Inrichten met licht
Bij het inrichten van je woning is ook het uitkiezen van de verlichting een belangrijk onderdeel. Zeker nu de donkere herfstdagen weer dichterbij komen is licht ontzettend belangrijk! Maar waar komen de lichtpunten? En kies je voor spots, hanglampen, plafonnieres of een staande lamp? In deze blog vertel ik je meer over de functies van licht én hoe jij je perfect inricht met licht!
Even een beetje theorie.
Er zijn 3 verschillende soorten lichtbronnen: functielicht (factor 5), sfeerlicht (factor 3) en algemeen licht (factor 1). Denk bij functielicht bijvoorbeeld aan een bureaulamp, leeslamp, maar ook de televisie. Sfeerlicht, zoals de naam al zegt, brengt sfeer in huis. Daarnaast zorgt dit soort licht ervoor dat het functielicht iets wordt afgezwakt. Algemeen licht maakt een verbinding tussen de onderlinge lichtvlekken die ontstaan doordat er vanwege functie- en sfeerlampen geplaatst worden. Plafonnieres en uplights zijn ideale algemene lampen.
Oké, leuk, maar hoe breng je dat in de praktijk? Een paar tips:
Om het nog iets inzichtelijker te maken, geef ik graag een voorbeeld. Kies je voor de Leefwijze Culinair, dan krijg je kookeiland in je woonkeuken. De zone tussen het eiland en de doorgang is vaak donker, zeker door de kastenwanden, dus zorg ervoor dat je daar licht toevoegt. Het is ook verstandig om licht te hebben tussen de wandkasten en het eiland, al is het maar om de keukenkasten als zodanig even te laten ‘poppen’. De lampen boven het werkblad moeten op het werkblad schijnen, dus let op de graden van de lichtbundel zodat het licht goed valt.
De verkeerszone tussen woonkamer en keuken is vaak donker. Kies daarom voor een uplight zodat het plafond mooi verlicht wordt, dimbare spots en/of lampen op heup-/borst- en ooghoogte; dan komt niet alles recht van boven.
In de woonkamer zet je dus sowieso een sfeerlamp bij de televisie en om je kunst te laten knallen is het een goed idee om er spots op te richten. De hanglamp boven de salontafel hang je niet te hoog, maar let er wel op dat deze niet in het beeld van de tv-kijker hangt.
Hopelijk heb je na deze blog het licht gezien en kun je vol inspiratie gaan inrichten met licht!
Groet,
Victor
Er zijn 3 verschillende soorten lichtbronnen: functielicht (factor 5), sfeerlicht (factor 3) en algemeen licht (factor 1). Denk bij functielicht bijvoorbeeld aan een bureaulamp, leeslamp, maar ook de televisie. Sfeerlicht, zoals de naam al zegt, brengt sfeer in huis. Daarnaast zorgt dit soort licht ervoor dat het functielicht iets wordt afgezwakt. Algemeen licht maakt een verbinding tussen de onderlinge lichtvlekken die ontstaan doordat er vanwege functie- en sfeerlampen geplaatst worden. Plafonnieres en uplights zijn ideale algemene lampen.
Oké, leuk, maar hoe breng je dat in de praktijk? Een paar tips:
- Je oog gaat automatisch naar de sterkste lichtbron. Felle spots aan het plafond zorgen dus al snel voor nekpijn, en dat willen we niet!
- Elk functielicht moet worden afgezwakt door een sfeerlicht. Zo is het licht van een televisie functielicht en helpt het om daar een sfeerlampje naast te zetten; dan worden je ogen niet zo moe!
- Bepaal welke functie de lichtbron moet hebben en waar je deze plaatst. Plaats bijvoorbeeld een leeslamp vlakbij jouw favoriete plek in huis om de krant of een goed boek te lezen. Hou er ook rekening mee dat een lichtbron meerdere functies kan hebben. Een lamp boven de eettafel kan namelijk functioneel zijn tijdens het spelen van een bordspel, maar ook veel sfeer brengen tijdens een romantisch etentje. Dimmers zijn hiervoor de perfecte oplossing!
- Verdeel je lichtbronnen niet alleen in de breedte van de woning, maar ook in de hoogte. Zorg daarom voor een lichtobject op de vloer, tafellampen, staande lampen, hanglampen, uplights en spots/plafonnieres.
Om de positie van de lichtbronnen inzichtelijk te maken kun je ze alvast intekenen op een plattegrond.
Om het nog iets inzichtelijker te maken, geef ik graag een voorbeeld. Kies je voor de Leefwijze Culinair, dan krijg je kookeiland in je woonkeuken. De zone tussen het eiland en de doorgang is vaak donker, zeker door de kastenwanden, dus zorg ervoor dat je daar licht toevoegt. Het is ook verstandig om licht te hebben tussen de wandkasten en het eiland, al is het maar om de keukenkasten als zodanig even te laten ‘poppen’. De lampen boven het werkblad moeten op het werkblad schijnen, dus let op de graden van de lichtbundel zodat het licht goed valt.
De verkeerszone tussen woonkamer en keuken is vaak donker. Kies daarom voor een uplight zodat het plafond mooi verlicht wordt, dimbare spots en/of lampen op heup-/borst- en ooghoogte; dan komt niet alles recht van boven.
In de woonkamer zet je dus sowieso een sfeerlamp bij de televisie en om je kunst te laten knallen is het een goed idee om er spots op te richten. De hanglamp boven de salontafel hang je niet te hoog, maar let er wel op dat deze niet in het beeld van de tv-kijker hangt.
Hopelijk heb je na deze blog het licht gezien en kun je vol inspiratie gaan inrichten met licht!
Groet,
Victor